De afgelopen feestdagen waren niet makkelijk voor ons lijf. Tijdens kerst en oud en nieuw komen we vaak tot wel vijf kilo aan. Dat zijn heel wat uren sportschool om weer op het oude gewicht te komen. Vetrolletjes zijn niet charmant om te laten zien en afvallen doe je ook niet meteen. Dus zal je je kleding moeten aanpassen.
Niet te strak..
Strakke kleding is mooi, maar te strak is funest. Als je kleding te strak of te klein is, accentueert het vetrolletjes. Strakke rokken, broeken en leggings raden we meteen af. Datzelfde geldt voor een te strakke T-shirt of trui. Wees eerlijk tegen jezelf en hang de kledingstukken even weg, tot je weer de juiste maat hebt. Dat helpt ook bij de afvalstrijd.
..Maar ook niet te wijd
We adviseren geen strakke kleding te dragen, maar te wijd is ook niet goed. Misschien herinner je je de bloemetjesjurk van Ma Flodder nog. Zo moet het dus niet. Wijde kleding verhult niet. Je moet een slank silhouet maken. Dat kan alleen met kleding die niet te groot en niet te klein is. Je zult dus nauwkeurig moeten passen.
Een maat is niet altijd hetzelfde
Kleding valt wel eens heel klein of juist heel groot uit. Je zult dus moeten passen. Wie een maat neemt die zij altijd heeft, krijgt een teleurstelling te verwerken. Probeer een kledingstuk ook eens in andere maten. Maak er een goede gewoonte van om verschillende maten naar het pashokje me te nemen.
Zwart
Goed nieuws voor de liefhebbers van zwart: zwart kleedt af. Niet alleen zwarte kleding helpt bij het afkleden van je kerstpondjes, maar ook nachtblauw, donkerbruin en donkergroen hebben hetzelfde effect. Kies niet alleen een donkere broek of rok, maar ook een donker truitje of jasje. Sla niet door; mixen met iets kleurigs is toegestaan!
Slanke materialen
Dikke stoffen maken je dikker. Daarom is een fleecetrui of fleecejas geen goed idee. Je kunt het best ribfluweel en tweed ook vermijden. Ga voor gladde, effen stoffen. Die zijn niet al te dik, waardoor je er ook niet zwaarder van lijkt.
Hoge hakken en lange broeken
Op hakken leren lopen, helpt. Door voor een hak te kiezen, lijk je langer. Dat helpt dan weer om je silhouet slanker te doen uitkomen. Met een hakje kun je de plank nooit misslaan. Tenzij je er niet op kunt lopen, natuurlijk. Dan kun je beter kiezen voor een langere broek.
Hoe langer je lijkt, hoe slanker je lijkt. Draag een broek tot ruim op de schoen. Een broek die boven de enkels ophoudt, laat je al snel dikker lijken. Lage tailles laten je er maar zelden dun uitzien.
Verticaal, niet horizontaal!
Het is een fabeltje dat alle strepen je breder laten lijken. Kies voor horizontale strepen en je lijkt meteen dunner. Horizontale strepen hebben daarentegen het tegenovergestelde effect. Voor kettingen geldt hetzelfde. Een lange ketting maakt je bovenlichaam langer, net als een V-hals. Werk altijd in de lengte. Rond en horizontaal is een te groot risico. Speel gerust met lengtes.
Wat werkt voor jou?
Bepaal voor jezelf welke kleding voor jou werkt. Trends komen en gaan, en ze zijn zeker niet voor iedereen. Topjes en jurkjes met een strakke boezem, maar een waaierende onderkant flatteren niet. Mocht je dat toch graag wille dragen, draag er dan een slank afkledende broek onder.
Ga eens voor de spiegel staan en probeer uit te vinden hoe je lichaam eruit ziet. Waar zitten je zwakke plekken? Lange broeken werken bijvoorbeeld perfect op slanke benen en zware enkels. Weet je welke lichaamsdelen aan de stevige kant zijn, dan kan het camoufleren beginnen. Zo zie je er altijd op z’n best uit. Dan kun je ondertussen aan je figuur werken, zodat je juist dat ene leuke jurkje weer aankan.
Geef een reactie